Ben je een trainer of coach en wil je jouw methodes, tips en adviezen vastleggen in een boek? Geef je lezingen en workshops en kan een boek jouw aanbod versterken? Dan spreek je waarschijnlijk vaak voor grote groepen of houd je regelmatig een coachgesprek. Maar een goede spreker is niet direct een sterke schrijver. Waar moet je op letten als je wilt gaan schrijven?
Wat doe je als je tijdens je lezing iemand op de eerste rij ziet wegdromen? Of als je merkt dat je gesprekspartner niet precies weet wat je bedoelt? Tijdens een presentatie of gesprek kun je op allerlei non-verbale factoren letten en hierop inspringen. Je kunt testen hoeveel voorkennis de doelgroep al heeft over het onderwerp waar jij expert in bent en vragen welke doelen je publiek wil bereiken.
Als je een boek gaat schrijven, heb je een minder directe lijn met je publiek. Jij bent expert op jouw gebied; jij weet waar je het over hebt en waar je heen wilt. Maar de lezer heeft die kennis niet. Daarom is het belangrijk om in een boek, zelfs – of misschien juist – in een klein e-book, overzicht te bieden en je tekst toegankelijk te maken voor de lezer.
1. Bied overzicht
Voorzie je boek en elk hoofdstuk van een duidelijke inleiding, zodat de lezer weet waar je het over gaat hebben, waar je naartoe wilt en hoe je daarheen zal gaan. Werk met overzichtelijke stappen en maak ook gebruik van de lay-out van het boek:
gebruik bullets voor opsommingen;
geef tips of oefeningen een aparte kleur of plaats ze in een apart kader;
en geef elk hoofdstuk min of meer dezelfde, herkenbare structuur.
2. Maak denkstappen expliciet
Jouw boek draait om jouw expertise; jij weet als geen ander waar het om draait en hebt aan een half woord genoeg. De lezer kan echter moeite hebben om je te volgen, helemaal aangezien hij niet kan vragen om verduidelijking. Maak daarom je denkstappen expliciet. Geef bijvoorbeeld kort aan wat je bedoelt te zeggen met een voorbeeld of anekdote, zodat de lezer hier niet naar hoeft te gissen.
Daarbij kun je gebruikmaken van signaalwoorden als ‘dus’, ‘want’, ‘maar’, ‘in tegenstelling tot’, enzovoort. Deze signaalwoorden geven het verband aan tussen twee zinnen of twee alinea’s en helpen de lezer enorm om jouw gedachtegang te kunnen volgen.
Let wel op dat je de lezer niet onderschat of conclusies voorschrijft. Vermijd zinnen als ‘wist je al dat’, ‘snap je?’ en ‘geweldig toch!’
3. Gebruik toegankelijke schrijftaal
Vaak moeten schrijvers even op gang komen als ze beginnen met schrijven. Dit leidt nogal eens tot ‘stoplappen’; onnodige tekst die we in spreektaal gebruiken om stiltes mee te vullen. Voorbeelden zijn: ‘Iedereen kent het wel…’ en: ‘Vandaag de dag gaat het heel anders dan jaren geleden…’ Het is niet erg als je deze gebruikt in de eerste versie van je boek, maar probeer ze tijdens het herschrijven eruit te filteren. Hetzelfde geldt voor stopwoordjes.
Zodra je gaat schrijven zul je merken dat je taalgebruik iets formeler wordt. Schrijf echter niet té formeel. Zorg dat je stijl toegankelijk en persoonlijk blijft. Vermijd bijvoorbeeld het gebruik van ‘men’ en gebruik liever het algemene ‘je’. Durf ingewikkelde zinnen in tweeën te hakken; je lezers zullen je dankbaar zijn!
4. Beperk het ego-gehalte
Ga ervan uit dat de lezers van je boek jou niet persoonlijk kennen. Op het podium kun je mensen meekrijgen met enthousiasme, energie en charisma. Op papier is het een stuk lastiger om dit goed naar voren te laten komen. Enige bescheidenheid is daarom op zijn plaats.
Let ook op met het gebruik van humor. Elke lezer zal een ironisch grapje verschillend interpreteren. We gebruiken in berichtjes niet voor niets emoticons om een boodschap te vergezellen van een glimlach of een knipoog.
5. Maak gebruik van proeflezers
Wees je er dus van bewust dat lezers jouw boodschap verschillend kunnen interpreteren. Aangezien je dit niet altijd zelf kan zien, kun je gebruikmaken van proeflezers. Laat je manuscript lezen door twee of drie verschillende lezers – het liefst geen vrienden of familie, tenzij zij echt kritisch durven te zijn. Kies lezers die jouw doelgroep vertegenwoordigen, met verschillende leeftijden en functies, mannen en vrouwen, en vraag hun kritische en opbouwende feedback op je tekst te geven.
Je kunt ook een professionele redacteur vragen om jouw manuscript te beoordelen. Die heeft over het algemeen weinig voorkennis van het onderwerp en kan jouw boek daarom met een frisse blik bekijken.
Wil je starten met het schrijven van jouw boek? Meld je dan aan voor Ben jij een expert? Schrijf een boek! op 23 maart 2018. Tijdens deze training krijg je informatie over het hele schrijf- en uitgeefproces, je gaat direct aan de slag met jouw boek en ontvangt persoonlijke feedback.
Heb je al een manuscript geschreven en wil je dit door mij laten beoordelen? Stuur dan een mailtje naar info.elibro@gmail.com.
Comments